Vertaal
Naar andere talen: • te werk gaan > ENte werk gaan > ESte werk gaan > FR
Vertalingen te werk gaan NL>DE
te werk gaan (ww.) arbeiten (ww.) ; funktionieren (ww.) ; tun (ww.) ; vorgehen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `te werk gaan`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: handelen
NL: leven
NL: optreden
NL: werken